Rafelranden van Schoonheid
Zachtroze silicone zakken, verbonden met harige koorden, kronkelen subtiel. De beweging verhevigt als je nadert. Onderhuidse gevoelens borrelen op bij het zien van dit werk van Bart Hess.
Het is een intense fysieke ervaring, die licht ongemak opwekt, maar ook grenzeloos fascineert. Bart Hess is één van de kunstenaars die in opdracht van het TextielMuseum nieuw werk heeft ontwikkeld. De werken balanceren op de grens van aantrekking en afstoting. Zij verleiden tot kijken, maar roepen ook tegenstrijdige gevoelens op. Het collectie-opdrachtenbeleid van het TextielMuseum biedt kunstenaars en vormgevers de mogelijkheid tot onderzoek en experiment. De resultaten hiervan worden gepresenteerd op de tentoonstelling ‘Rafelranden van Schoonheid’. Deze expositie toont textiele installaties, interactieve beelden en films van Heringa/Van Kalsbeek, Bart Hess, Nan Groot Antink, Tanja Smeets en Karin van Dam. De werken zijn in het TextielLab, de bijzondere werkplaats van het TextielMuseum, gemaakt.
Heringa/Van Kalsbeek
Heringa/Van Kalsbeek (1966/1962) zijn bekend van hun expressieve kleurrijke sculpturen met een sterke fysieke aanwezigheid. Voor hun project in het TextielLab lieten de kunstenaars zich inspireren door hun eigen verzameling etnografica en natuurlijke fenomenen. Hun monumentale speelse sculptuur ‘Armor’ bestaat uit een metalen constructie, opgetuigd met gelaserde, met hars overgoten vleugels van canvas, felrode pompons en bonte blikjes. Het beeld is een afgeleide van de rijk versierde hoofdtooien van traditionele Chinese bruiden. Het werk is verleidelijk mooi op het eerste gezicht, maar ‘rauw en imperfect’ aan de achterzijde. Deze spanning tussen front- en backstage, tussen aantrekking en afstoting, loopt als een rode draad door hun werk.
foto | Materiaal verwerkt in het werk ‘Armor’ van Heringa/Van Kalsbeek, te zien in ‘Rafelranden van Schoonheid’
Tanja Smeets
Tanja Smeets De installaties van kunstenaar Tanja Smeets (1963) lijken langs muren en plafonds de ruimte in te groeien. Associaties met zwammen en paddenstoelen komen op bij het zien van de ingetogen witte en soms felgekleurde structuren. In het TextielLab ontdekte Tanja Smeets de mogelijkheden van de laser- en de breitechniek. Met beide technieken realiseerde zij haar installatie ‘Nebula and the Soft Machine’. Uit industrieel vilt liet zij grillige basisvormen snijden, van minuscuul naar steeds meer uitvergroot. De elementen slingeren in elkaar verstrengeld omhoog. In het midden lijkt het materiaal te ontploffen, als een uitbarsting van een stofwolk (‘Nebula’). Het gebreide onderdeel van de installatie, ‘Soft Machine’, doet denken aan een plant, met knoppen die zich willekeurig verspreiden. De installatie wekt de suggestie uit te kunnen groeien tot een oneindig landschap.
foto | Tanja Smeets aan het werk in het TextielLab, het resultaat van haar werk is te zien in ‘Rafelranden van Schoonheid’
Bart Hess
Multi-talent Bart Hess (1984) beweegt zich op het gebied van beeldende kunst, (mode)vormgeving en performance. Voor deze opdracht wilde hij interactieve ‘huiden’ creëren, die een subtiele beweging vertonen in reactie op het publiek. Beeldende inspiratie was de zachte puls van testikels. De driedelige installatie toont licht bewegende, kronkelende structuren die de beschouwer fascineren. Voor de basisstructuur zijn vele meters koord gevlochten. Bart Hess bedacht samen met de productontwikkelaar Passement tal van nieuwe mogelijkheden van koordvlechten. In zijn atelier is het stelsel van koorden gecombineerd met siliconegietsels, die zakken vormen, of als matglanzende huid over het geheel liggen.
foto | detail van het werk Stimulus van Bart Hess, te zien in ‘Rafelranden van Schoonheid’
Nan Groot Antink
De focus in het werk van Nan Groot Antink (1954) ligt op het verven met natuurlijke kleurstoffen. Sinds 1990 maakt zij haar eigen verven uit in- en uitheemse verfplanten. Hiermee schildert ze en ze laat zich in de keuze van planten inspireren door haar omgeving. Voor de opdracht van het TextielMuseum selecteerde de kunstenaar, op basis van de vegetatie die vóór de bouw van het museum op het terrein te vinden was, zeven verfplanten. Het weven van stoffen met verschillende natuurlijke garens, was een nieuwe stap in haar oeuvre. Voor het verfproces maakte ze gebruik van urine, geïnspireerd door een verhaal van haar oma, over de Tilburgse fabrieksarbeiders die met hun urinekruiken over straat liepen. De urine gebruikten ze in het verleden in de textielfabrieken tijdens het verfproces. Daarom startte Nan Groot Antink haar werk met de oproep aan de mannelijke medewerkers van het museum om hun ochtendurine in potjes af te leveren. De ‘oogst’ werd gebruikt om de verf beter aan het doek te laten hechten. De installatie, bestaande uit zeven lange banen stof, toont subtiele kleurschakeringen en roept een serene stilte op.
foto | Nan deed kleurenonderzoek in het TextielLab voor haar werk dat te zien is in ‘Rafelranden van Schoonheid’
Karin van Dam
De sculpturen en installaties van Karin van Dam (1959) hangen vaak in de ruimte als vreemde satellieten en droomverschijningen. Haar bouwstenen zijn industriële materialen, in combinatie met pvc en textiel. In ‘Rafelranden van Schoonheid’ toont zij de installatie ‘The Polyp Form of the Red Eye Medusa 2’. Dit werk is geïnspireerd door een verleidelijk mooie, maar heel giftige kwal, de Red Eye Medusa. De schelpvormen van zwarte polyesterdraad, met oranje kleuraccenten, die Karin van Dam in het TextielLab ontwikkelde, zijn de basiselementen voor haar installatie. Deze toont een fraai, maar ook enigszins onheilspellend beeld dat zweeft in de ruimte.
Publicatie
Ter gelegenheid van de expositie ‘Rafelranden van Schoonheid’ verschijnt de gelijknamige publicatie (auteur Suzan Rüsseler), die in de TextielShop te koop zal zijn voor € 12,95.
Nu te zien
1 / 3