Verborgen verhalen #8

31 Augustus 2025

Een kijkje in de collectie

De Driessen-collectie, bestaande uit bijna zeventig handgeschreven manuscripten met stalen van de Leidse Katoenmaatschappij, vormde ooit het startpunt van het TextielMuseum. Deze oudste museumcollectie is een waardevolle en omvangrijke bron, maar ook onlosmakelijk verbonden met een wereldwijde keten van macht en ongelijkheid. In deze blog vertelt conservator in opleiding Sidda van Putten over de katoenhandel van de LKM én waarom het cruciaal is om deze collectie steeds opnieuw te bekijken in de context van kolonialisme. 

Photo-Geisje van der Linden-2024-007-017.jpg

Uit de tentoonstelling Makers on materials (2024), foto bij Geisje van der Linden

Het katoen van de Driessen collectie

In 1954 legde de gemeente Tilburg de basis voor de collectie van het TextielMuseum. Dat gebeurde met de aanschaf van de bijzondere textielverzameling van de familie Driessen, eigenaars van de Leidsche Katoenmaatschappij (LKM). De collectie bestond uit stoffen, boeken en afbeeldingen en vormde daarmee het eerste fundament van het museum, nog voordat er een gebouw bestond. In de afgelopen jaren is een groot deel van dit erfgoed onderzocht, gedigitaliseerd en ontsloten voor publiek. 

Bibliothecaris Jantiene van Elk schreef er eerder een blog over, waarin zij pleitte voor een mondiale geschiedenis van de katoendruk in Europa. Textielonderzoeker Sabine Bolk publiceerde daarnaast een uitgebreid artikel op Things That Talk over de namaak-batik van de LKM. Hun werk laat zien hoe belangrijk het is om de context van deze collectie te begrijpen: waar de patronen vandaan kwamen, welke betekenissen de stoffen droegen en hoe de Leidse Katoenmaatschappij deze patronen toe-eigende. 

Voortbordurend op dit discours dook ik zelf de archieven in, op zoek naar meer informatie over de herkomst van het meest basale element van de katoendruk: de katoen zelf.

 

Dekoloniseren is onthullen

Photo-Josefina Eikenaar–TextielMuseum-BK1964-01.jpg

Thierry Oussou, White Gold |||, foto bij Josefina Eikenaar - TextielMuseum

Katoen is een materiaal waar veel herinneringen aan kleven. Het 'witte goud' was motor van de industriële revolutie en aanjager van de wereldhandel. Maar het bracht ook eeuwen van uitbuiting met zich mee.

Van tot slaaf gemaakte mensen, tot de bevolkingsgroepen die van hun land werden verdreven om ruimte te maken - de teelt was altijd verbonden met geweld en ongelijkheid. Daarbij werd de grond uitgeput door intensieve productie. De economische en logistieke structuren die in de negentiende eeuw werden gelegd, functiuneren nog steeds. Ook vandaag de dag worden mensen in het mondiale zuiden uitgebuit, zodat in Nederland een T-shirt voor vijftien euro in de winkel kan liggen. 

Literatuurwetenschapper en dekoloniaal denker Rolando Vázquez Melken stelt dat dekolonisatie betekent: het zichtbaar maken van realiteiten die door de 'moderniteit' zijn weggepoetst.

Juist daarom is het belangrijk om collecties als die van de LKM opnieuw te bestuderen. Ze zijn niet alleen erfgoed, maar ook tastbare getuigen van de opkomst van een koloniale én kapitalistische wereldorde. Het systeem dat de Europese katoenindustrie groot maakte, werkt tot vandaag door.

De uitgebreide Driessen-collectie die het TextielMuseum bezit, had niet kunnen bestaan zonder het kapitaal dat de familie Driessen opbouwde met hun katoenhandel. Maar wie betaalde hiervoor de prijs? Waar kochten zij hun katoen in, en door wie werd deze geplukt?

Naast dit historische onderzoek, wordt de Driessen collectie ook artistiek onderzocht. De kunstenaars Ratri Notosudirdjo, AYO en Sandim Mendes onderzoeken op kritische wijze de collectie. De inzichten die hieruit komen vormen het startpunt voor het ontwikkelen van nieuw werk in het TextielLab. De werken zullen worden gepresenteerd in een tentoonstelling die in 2026 in het museum plaats vind. 

 

Een zoektocht in oude boeken

Afbeelding1.png

Katoen samples uit de beschrijving van de weverij van de LKM in 1907

Het spoor begon dichtbij huis, in de eigen collectie van het TextielMuseum. Dankzij de digitalisering van receptboeken - een project van vrijwilligers en bibliothecaris Van Elk - kon ik geirchter zoeken.

In het boek Fabrikage van katoen beschrijft Louis Driessen uitgebreid het productieproces:

"De Leidsche Katoenmaatschappij ontvangt hare garens gesponnen,

en wel uit Engeland in skips (manden) of in kisten. We onderscheiden twee soorten:

|. Swisscops of warpcops (voor de ketting)

||. Pinccops of weftcops (voor de inslag)"

Afbeelding2.png

Beschrijving van de weverij van de LKM in 1907

Dat gegeven bracht mij bij de factuurboeken van de LKM, bewaard in Erfgoed Leiden en omstreken (ELO). Oude, bijna onleesbare boeken vol handgeschreven gegevens. En zo doemde langzaam een handelsnetwerk op.

 

Manchester als spil

De meeste namen in de facturen verwezen naar handelshuizen in Manchester, het hart van de Britse katoenindustrie. Hoewel veel bronnen uit Britse archieven zijn gedigitaliseerd, kon ik niet alle namen uit het factuurboek terugvinden. Dankzij hulp van onderzoekers in de negentiende-eeuwse industrie in Manchester kon ik uiteindelijk een aantal hoofdleveranciers aanwijzen die gesponnen katoen aan de LKM leverden. Zoals J.S. Gaunt, een katoenhandelaar actief in Manchester en Nottingham. Ook de naam S.D. Bles duikt regelmatig op, waarschijnlijk verwijzend naar het handelshuis S.D. Bles and Sons. Zij leverden garens aan Leiden, maar waar haalden zij hun katoen vandaan?

Tot 1861 kwam het grootste deel van katoen in Manchester uit het zuiden van de Verenigde Staten, geproduceerd door tot slaaf gemaakte en verscheepte via de haven van Liverpool.

De Amerikaanse Burgeroorlog bracht een breuk. Toen de toevoer stokte, zochten handelaren hun toevlucht tot Egypte, India en het Ottomaanse Rijk. Waarschijnlijk volgde ook de katoen van de LKM deze nieuwe routes. 

Om dit te bewijzen zijn meer gegevens nodig: importboeken van handelshuizen uit Manchester, scheepslijsten, douaneregisters. Ze zouden kunnen onthullen van welke plantages, havens en regio's de Leidse katoen afkomstig was. 

 

Wat we nog niet weten

Het onderzoek staat nog in de kinderschoenen. De factuurboeken van de LKM geven een glimp, maar niet het volledige verhaal. Ze laten zien bij wie er werd ingekocht, maar zwijgen over de herkomst van de balen katoen.

in Groot Britannie is veel onderzoek gedaan naar de herkomst van katoen. The Guardian achterhaalde in 2023 de plantages waarin de oprichters van de krant investeerden, inclusief de namen van tot slaaf gemaakten die er werkten. Hun onderzoek begon met precies dezelfde bronnen: facturen en handelsregisters.

Een vergelijkbaar project rond de LKM zou een vergeten geschiedenis zichtbaar maken - van plantage tot fabriek, van mensen die katoen plukten tot de stoffen die vandaag in boeken in Tilburg te bewonderen zijn.

 

Een spoor dat verder loopt

De Driessen-collectie in het TextielMuseum is rijk en veelzijdig. Maar ze is ook onlosmakelijk verbonden met een wereldwijde keten van arbeid, macht en ongelijkheid.

De factuurboeken hebben het staartje van die keten blootgelegd. Het is nu zaak om vragen te blijven stellen, niet omdat er garantie is op een antwoord, maar omdat ze ons dwingen om in beweging te komen.