Communiceren met stalenboeken
21 September 2018
Een textielstaal en een nummer, het is vaak de enige informatie die je in een stalenboek vindt. In de bibliotheek van het TextielMuseum hebben we van sommige Tilburgse bedrijven meters boeken met alleen stalen en nummers. Wat betekenen die boeken? Hoe werden ze gebruikt in de fabriek?
Dit is deel 3 in de serie over stalenboeken die ik schrijf op basis van de conferentie A Universe of Patterns : Pattern Books in the Industrial Context of the 19th and 20th Century in Sankt Gallen die ik bijwoonde op 9 en 10 maart 2018.
Denise Ruisinger, promovendus Technikgeschichte in Zürich onderzoekt de Zwitserse zijde-industrie. Eind 19e eeuw produceerde Zwitserland producten zoals zijden band en zijden paraplus voor warenhuizen over de hele wereld. Ruisinger onderzoekt de stalenboeken van Zwitserse bedrijven in samenhang met archieven van die bedrijven.
Ze ontdekte dat de invoering van de stoommachine in 1870 bedrijven veranderde. Door introductie van het mechanisch weven, was er meer management in de fabriek nodig. De productie werd hoger, er kwamen meer klanten en er werden meer verschillende patronen geweven. Het belang van de bedrijfsadministratie nam daardoor toe. Stalenboeken speelden een grote rol bij de constante uitwisseling van informatie binnen de fabriek en bij de informatie-uitwisseling met de klant.
Door de komst van de stoommachine veranderde ook de indeling van de fabriek. Het gebouw werd opgedeeld in ruimtes met verschillende functies. In de fabriek van Mommers, waarin het TextielMuseum is gevestigd, zie je dat duidelijk terug. In de hoogbouw stonden de spinmachines, in de shed (onder het zaagtanddak) stonden de zware weefmachines en de villa voor op het terrein was de kantoor- en inpakvilla.
De stalenboeken met de patronen die geweven werden, stonden dicht bij de weefmachines en de dessinateur (de ontwerper van het textiel). De opdrachtenboeken stonden waarschijnlijk in de kantoorvilla dicht bij een verkoper. Helaas hebben we geen onderzoek van de situatie hier, maar waarschijnlijk was de situatie in veel Europese fabrieken zeer vergelijkbaar met de situatie die Ruisinger beschrijft.
Ruisinger beschrijft dat er tussen de afdelingen een constante uitwisseling van informatie is, over de patronen, de kwaliteit en over de te weven hoeveelheid textiel. De gebruikte ontwerpen waren modulair. Het patroon in een stalenboek was een beginpunt, maar werd vaak aangepast aan de wensen van de klant.
In de collectie van de museumbibliotheek hebben we veel stalenboeken die goed illustreren dat ze op verschillende afdelingen en voor verschillende doeleinden gebruikt zijn. Afhankelijk van het doel hebben stalenboeken een ander uiterlijk. De nummers in verschillende boeken voor verschillende afdelingen binnen een bedrijf komen met elkaar overeen. Zo kan de afdeling verkoop aan de dessinateur doorgeven welk ontwerp aangepast moet worden voor een klant. Ook kan verkoop doorgeven aan productie hoeveel er geweven moet worden.
Hieronder zie je een aantal stalenboeken van Janssens de Horion en van Janssens van Buren als voorbeeld van deze communicatie in de fabriek en met klanten. Janssens de Horion weefde vanaf 1868 hoogwaardige kamgaren herenkostuumstoffen aan de Koestraat in Tilburg. Wollenstoffenfabriek Janssens van Buren werd in 1846 opgericht door Laurens Janssens. Net als Janssens de Horion, voegde deze fabrikant de naam van zijn vrouw toe aan de fabrieksnaam, om zich te onderscheiden van andere Tilburgse textielfabrikanten met de naam Janssen(s).
Ontwerpafdeling
Bindingstekeningen. De rode, zwarte en witte blokjes geven het patroon van de te weven stof weer.
BTMM1328
Stalenboek Gebr. Janssens van Buren. Tilburg : Janssens van Buren, 1934
Afdeling verkoop
Overzicht van de te leveren stoffen.
BTMM0942
[stalenboek] kamgaren / Janssens de Horion. - Tilburg : Janssens de Horion's Wollenstoffenfabrieken, [s.a.].
Weefafdeling
Orderboek: gegevens van klanten bij het te weven textiel met de gewenste lengte van de stof. De stalenkaart bevat de scheerlijst die aangeeft hoe het garen ingeregen moet worden in de weefmachine, de kleur van de inslag en andere technische gegevens. Deze stalenkaarten werden waarschijnlijk op de weefafdeling gebruikt. De staal diende voor controle of de juiste stof geweven is.
BTMM1330
Stalenboek 1935-1936 : broeken 10226-10740 / Janssens van Buren, Gebr. (Tilburg). - Tilburg : Janssens van Buren, 1935.
Verkoopafdeling
Klantenboek. Geordend op alfabet op naam van de klant. Per klant het textiel dat voor die klant geproduceerd is. Als een klant een bepaald textiel opnieuw wil bestellen, kan de verkoopafdeling nakijken wat er ooit gemaakt is voor die klant. Het klantenbestand van Janssens de Horion bevatte onder andere Peek en Cloppenburg in Rotterdam, veel kleermakers / confectieateliers in Nederland, maar ook enkele internationale klanten in Zweden, Noorwegen (Trondheim) en Berlijn!
BTMM1280
Stalenboek Janssens de Horion's Wollenstoffenfabrieken : herencollectie 1938-1939, L t/m Z / Janssens de Horion's Wollenstoffenfabrieken. - Tilburg : Janssens de Horion's Wollenstoffenfabrieken, 1938.
Jantiene van Elk
Bibliotheek
De stalenboeken zijn in te zien in de bibliotheek tijdens de openingstijden (dinsdag tot en met donderdag van 10:00 - 17:00 en op vrijdag op afspraak).