Verborgen verhalen #2
6 September 2024
Een kijkje in onze collectie
In deze tweede editie van de blogreeks 'Verborgen verhalen: een kijkje in onze collectie' vertelt conservator in opleiding Lauren Hermans je meer over de restauratiewerkzaamheden die recent zijn verricht aan het wandkleed Dieu avertit van Adya van Rees.
Foto: Frans van Ameijde/ Joep Vogels
De kunst van het behoud: Van restauratieatelier naar museumzaal
Wanneer het TextielMuseum een paar maanden geleden een bruikleenaanvraag krijgt van Museum de Wieger voor Adya van Rees’ geborduurde wandkleed Dieu avertit, verkeert het werk in slechte staat: Het is vuil en oogt grauw, de wollen garens zijn op veel plekken versleten en ook de jute drager is op veel plaatsen kapot of broos. In die staat kon het werk niet zonder risico worden opgehangen. Hoog tijd dus voor een bezoekje aan een restauratieatelier.
Fragiele draden
Adya van Rees (Rotterdam 1876- Utrecht 1959) behoorde tot de Dada-beweging in Zürich en maakte naast schilderijen veel abstract borduurwerk. Helaas zijn er weinig van haar textiele werken bewaard gebleven. Het is dus extra bijzonder dat het TextielMuseum een wandkleed van haar in de collectie heeft, en een figuratief werk nog wel. Omdat wij geen textielrestaurator in huis hebben, schakelde we het textielatelier van Marijke de Bruijne in. Als conservator in opleiding bracht ik een bezoek aan haar restauratieatelier, om eens te ontdekken wat er allemaal komt kijken bij een textielrestauratie.
Bij de eerste inspectie weet de Bruijne meteen wat haar grootste uitdaging zal zijn: De borduursels van het werk zijn gemaakt van wollen garens, wat betekent dat het wandkleed niet gewassen kan worden. Om het werk toch schoon te maken, gebruikt de Bruijne een speciale museumstofzuiger en kwastjes. Het wollen borduurgaren is daarnaast broos, waardoor het uitsteekt en makkelijk breekt. Hoewel het mogelijk is om de garens vast te zetten in het grondweefsel met een combinatie van lijm- en naaitechnieken, is het niet haalbaar om dit bij alle losse garens te doen.
Marijke de Bruijne aan het werk in haar restauratieatelier
De grenzen van restauratie
Wat ik van de Bruijne leer, is dat je niet moet verwachten dat een restauratie het werk terugbrengt naar de 'originele staat'. Zoiets als het vastzetten van alle losse wollen draden kost gewoonweg te veel tijd. Bovendien is er geen garantie dat er niet alsnog een draadje los blijft zitten, of in de toekomst loskomt. Daarnaast is te veel blootstelling aan licht de grootste vijand van textiele werken. Eigenlijk draagt elke tentoonstelling bij aan het uiteindelijke verval van een textiel werk. Blootstelling aan licht zorgt op lange termijn niet alleen voor verkleuring van de draden, maar deze verkleuring is ook vaak het eerste teken van verlies van sterkte van het materiaal. De vezels gaan langzaam kapot, waardoor het werk niet meer zelfstandig kan hangen en de onderlaag gerestaureerd moet worden, zoals ook het geval is bij Dieu avertit.
De Bruijne legt uit dat het herstellen van kleurverschillen in garens bij een restauratie heel moeilijk is. De kans dat je de originele garens in precies dezelfde kleur en materiaal vindt is klein, vooral bij een borduurwerk dat bijna 100 jaar oud is. Er is ook een groot risico dat de nieuwe garens in de toekomst anders verkleuren dan de oorspronkelijke garens, waardoor de nieuwe toevoegingen toch weer zichtbaar worden.
Voor en na de restauratie
De schoonheid van imperfecties
De Bruijne is van mening dat sporen van oudere reparaties juist als iets moois gezien kunnen worden, omdat elke reparatie iets toevoegt aan de rijke geschiedenis achter het werk. En in het geval van de bruikleen aan Museum de Wieger is dit wel een heel bijzonder verhaal. Het TextielMuseum kocht het werk namelijk in 1993 van Pieter Wiegersma uit Deurne, die enkele jaren eerder Museum de Wieger in Deurne oprichtte. Het werk gaat dus tijdelijk terug naar zijn historische oorspron. En wanneer het werk daarna terugkomt naar het TextielMuseum, zal het weer een verhaal rijker zijn.
Adya van Rees’ geborduurde wandkleed Dieu avertit is nog t/m 1 december 2024 te bewonderen in de tentoonstelling 'Draadkrachtig. Weef- en borduurkunst 1920-1970' in museum de Wieger.