Textiele wanden LocHal Tilburg - Inside Outside

Ruim twee jaar werkten architectenbureau Inside Outside, onder leiding van designer Petra Blaisse, en het TextielMuseum samen aan het ontwerp en de realisatie van zes grote gordijnen, die samen bijna een half voetbalveld in beslag nemen. De 15 meter hoge en 50 meter brede textiele wandelementen hebben een prominente plek in de industriele LocHal gekregen. Ze hangen in plaats van wanden midden in de LocHal en scheiden op een sfeervolle en flexible manier de verschillende gebruiksfuncties van elkaar.

 

Awardwinnende stadsbibliotheek

Inmiddels stapelen de nominaties en prijzen voor de LocHal zich op. De stadshal werd door de Branche Vereniging Nederlandse Architecten (BNA) verkozen tot ‘Gebouw van het Jaar 2019’ in de categorie ‘Leefbaarheid & Sociale Cohesie’ en won ook nog de publieksprijs. Daarnaast won de LocHal een Dutch Design Award in de categorie ‘Habitat’, een Plan Award in de categorie ‘Cultuur’ en een Gouden Feniks.

Wil je meer weten over dit bijzondere project? Breng een bezoekje aan het TextielMuseum en bekijk de presentatie ‘Bloed, zweet en garen – Textiel voor de LocHal’ tot en met 5 januari 2020 in het TextielLab. In deze presentatie volg je het gehele ontwerp- en maakproces van het begin tot het einde. Of bekijk de presentatie over de LocHal bij de Dutch Design Award expositie tijdens Dutch Design Week 2019.

In de LocHal komen twee belangrijke elementen uit de Tilburgse geschiedenis samen: de voormalige NS-werkplaats en de textielindustrie. De LocHal is in 1932 gebouwd als locomotiefloods waar jarenlang aan locomotieven werd gesleuteld. Niet eerder werkte het TextielLab aan zo’n grote productie voor Tilburgs gebruik. We geven daarom graag een inkijkje in het proces wat dit project met zich mee brengt. In de afgelopen maanden interviewden we in een 3-delige miniserie een 5-tal mensen die vertelden over het ontwerp, de ontwikkeling en de organisatie die bij het project komt kijken.

In het eerste interview komen Nafsika Efklidou namens Inside Outside en Stef Miero aan het woord over het ontwerp en het proces van de textiele wanden.

In het tweede interview komt wever Michel Leermakers aan het woord. Hij zal ingaan op de ontwikkeling van de textiele wanden.

In het derde interview komt Babette Pörtzgen aan het woord. Zij vertelt over de organisatie. Wat komt er bij kijken om dit immense project mogelijk te maken?

Interview 1 – ontwerp

Vandaag aan het woord Nafsika Efklidou architect bij ontwerpstudio Inside Outside en Stef Miero, productontwikkelaar in het TextielLab.

Wie ben je en wat is jouw rol in het hele proces?

Nafsika: Ik ben Nafsika Efklidou, architect en ben onderdeel van het ontwerpteam Inside Outside. Voor de LocHal hebben wij 6 grote, monumentale gordijnen ontworpen. Elk gordijn is ontworpen om kamers te creëren in de gigantische industriële hal, maar de gordijnen kunnen ook wanneer nodig, opgeborgen worden om de totale schaal en transparantie van het gebouw te laten zien. Inside Outside coördineert (samen met Civic architecten) de verschillende bedrijven die betrokken zijn bij de productie van de textiele wanden. Dit zijn het TextielLab, 3 confectie bedrijven, technici en een bedrijf dat de gemotoriseerde rails installeert en programmeert.

Stef: Mijn naam is Stef Miero, productontwikkelaar in het TextielLab. Samen met het team dat o.a. bestaat uit een garenadviseur en technische medewerkers werkten wij nauw samen met Inside Outside, rekening houdend met de creatieve en technische mogelijkheden binnen het TextielLab, aan de ontwikkeling van de 3 tweeling textiele wanden voor de LocHal.

Kun je ons wat meer vertellen over het design en waar de inspiratie vandaan kwam?

Nafsika: De textiele wanden zijn ontworpen als onderdeel van de architectuur van het gebouw. Ze zijn industrieel, wegen veel, zijn kleurloos aan de buitenkant en kleurrijk aan de binnenkant waardoor een verrassende ervaring ontstaat voor bezoekers en gebruikers. De wanden hebben ook ramen, zo groot als de gehele gevel. Het hoofdelement van het ontwerp is een diagonaal – zowel een snede als een verbinding. Één grote beweging in het ontwerp en de ruimte die door de textiele wanden wordt omhuld opent, terwijl de ruimtes zichtbaar blijven en privacy wordt geboden door middel van een transparante stof.

Stef: Tijdens het eerste gesprek met Inside Outside  hebben wij naar aanleiding van hun vraag;  ‘het ontwikkelen van monumentale textielen wanden met een industriële uitstraling’ aan de hand van stalen laten zijn wat de mogelijkheden zijn. We toonden nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld het werken met monofilament* garen in de ketting en inslag en wat voor effect dit geeft. Ook lieten wij aan de hand van stalen, de ontwikkeling zien die brandvertragende garens doorgemaakt hebben de laatste jaren en wat de mogelijkheden hiermee zijn. Daarna startten we een vooronderzoek om te kijken welke richting we op wilden en konden gaan. Tijdens dit vooronderzoek hebben we verschillende kwaliteiten uitgeprobeerd, van een plissé kwaliteit tot aan een gesloten stof met allemaal verschillende bindingen.

*Monifilament is een enkel geëxtrudeerd filament (een soort visdraad) dat in verschillende diktes, sterken en materiaal kan worden geproduceerd, in dit geval hebben wij brandvertragend polyester gebruikt.

Hoe is het ontwerp tot stand gekomen?

Nafsika: Onze eerste ideeën zijn geïnspireerd op de transparantie van de originele industriële hal, waar je altijd door het hele gebouw kon kijken, van de ingang tot de achtergevel en waardoor je meteen begreep hoe groot de ruimte daadwerkelijk was. Deze ruimtelijke kwaliteit wilden we zo veel mogelijk behouden, maar toch een nieuw perspectief brengen als ervaring. Dat is waardoor de diagonale openingen ontstonden, dynamisch zicht vanaf de verschillende ruimtes in de LocHal.

Een ander belangrijk aspect van het design is dat de 6 wanden ontworpen zijn als 3 paren. De reeks kan ervaren worden door van de zuidelijke ingang naar de noordelijke kant van het gebouw te lopen. Het eerste paar bestaat uit 2 bijna geheel zwarte textiele wanden, waarvan het interieur (de binnenkant) helder wit is: contrastrijk. Het volgende paar die het auditorium omvat, heeft een glinsterende buitenkant en een kleurrijke binnenzijde – en geel met donkerblauw. Als we verder lopen naar de achterkant van het gebouw waar functies meer geclusterd zijn en licht minder overvloedig is, zijn de 2 textiele wanden zilver aan de buitenkant en licht blauw aan de binnenkant, waardoor de omgeving wordt opgelicht. Élk paar bevat een gordijn met een grote zwevende vorm (een hele of gedeeltelijke cirkel en driehoek) waardoor de binnen kleur naar buiten wordt gebracht, dit in fel contrast of waardoor juist een zachtere vorm wordt gecreëerd op het gehele oppervlakte van de textiele wanden.

Stef: Als productontwikkelaar vertaal je het effect dat de klant wilt bereiken naar de techniek die daarvoor nodig is. Je bedenkt een structuur en test bindingen en materialen die deze structuur kunnen versterken. Door een mix van matte en glanzende garens te gebruiken creëer je contrast. Naar aanleiding van de uitkomsten uit het vooronderzoek, werd de keuze gemaakt om 2 verschillende kwaliteiten verder te ontwikkelen. Om het industriële uiterlijk van de LocHal te laten doorlopen in de textiele wanden (gordijnen) hebben we uiteindelijk voor een stuggere stof gekozen. Dit effect hebben we verkregen door een binding te gaan gebruiken die iets grover is, een die vaak gebruikt wordt voor canvas stoffen. Het verrassingseffect zat zich in het feit dat de stof aan twee kanten anders van kleur is. In de ontwerpen zijn er verschillende motieven en teksten te zien. Deze verwijzen naar de technische gegevens die op de productiesheets staan. Ook werd de keuze gemaakt om met de monofilament garen te gaan werken in zowel de schering als in de inslag. Zo konden wij een transparante stof weven die tegelijkertijd ook stevigheid had, waar men naar op zoek was.

Wat waren de uitdagingen tijdens het ontwerpen van de textiele wanden?

Nafsika: We werken met een grote industriële hal, die getransformeerd wordt tot een druk, publiek gebouw waar duizenden mensen elke dag worden verwacht. Samen met de mensen en de gebeurtenissen denken we dat de textiele wanden een actieve rol gaan spelen dat ze van positie kunnen veranderen om te kunnen voldoen aan de altijd veranderende behoeften en ideeën. Daarom is onze ambitie vanaf het begin geweest dat de textiele wanden stevig genoeg moeten zijn voor dagelijks gebruik. Met dit in ons achterhoofd bleek het een hele opgave om ‘industriële’ textielen te creëren. Samen met het TextielLab gingen we opzoek naar brandvertragende garens die makkelijk schoon te maken zijn en zo te weven zijn dat het resultaat niet te kunstzinnig is.

Stef: Tijdens het ontwikkelen merkte ik dat ik de stoffen te mooi wilde maken. De glanzende garens die ik in eerste instantie had uitgekozen lieten de stof heel soepel vallen, maar dat gaf helaas niet het gewenste effect. Vanwege de grote hoogtes in het gebouw, het gewicht en de industriële uitstraling paste het beter om een sterkere stof te ontwikkelen. Daarnaast moesten de gordijnen eenvoud uitstralen. In drukke ontwerpen zijn oneffenheden nog te permitteren. Maar in dit ontwerp moest elk paneel perfect op elkaar afgestemd zijn, zodat de schuine delen goed pasten en de letters en het motief in elkaar doorliepen. Zo bleef het tot aan de productie spannend. Een verschil van de krimp in de stof kon betekenen dat het hele paneel niet meer aansloot.

Hoe is de geschiedenis van de LocHal terug te zien in het ontwerp?

Nafsika: het industriële karakter van de voormalige locomotief hal is een grote bron van inspiratie geweest voor het ontwerp van de textiele wanden. Van de keuze voor de garens, de kleuren, de specifieke maten en dichtheid van de bindingen tot het totale ontwerp die met zijn enorme schaal het hele interieur versterkt. Elke keuze in design beoogt het industriële, ruwe en stoere karakter. Net als de treinen die in de werkplaats in en uit kwamen rijden. De op maat gemaakte canvassen van de LocHal zijn geïnspireerd op canvassen van zeilboten. Ze zijn zwaar en worden geproduceerd in verschillende delen. Ze worden later aan elkaar bevestigd door middel van industriële haken en drukknopen die doen denken aan de bouten die gebruikt werden voor de stalen constructie van het dak.

Stef: Zoals Nafsika aangeeft, zijn de canvassen geïnspireerd op de canvassen van zeilboten. Samen met Inside Outside hebben we een veredelde kwaliteit ontwikkeld die te herleiden is naar deze zeilen, maar dan met 2 verschillende kleuren aan de binnen en buitenkant.

Interview 2

Wie ben je en wat is jouw rol in dit proces?

Michel: Mijn naam is Michel Leermakers. Ik werk in het TextielLab als technisch specialist weven. Mijn bijdrage aan dit project is het ondersteunen en adviseren van de ontwerpers op machine technisch gebied. De vraag die de ontwerpers van Inside Outside stelden was om een innovatieve stof te ontwikkelen die de muren binnen de industriële LocHal kunnen vervangen. Deze stoffen moesten tegelijkertijd een industriële uitstraling hebben.

Wat waren de grootste uitdagingen die jullie tegen kwamen en hoe hebben jullie deze aangepakt?

Michel: De wanden die we maken voor de LocHal is het grootste project voor het Lab tot nu toe. Omdat er met grotere panelen dan normaal wordt gewerkt, hebben we nieuwe elementen op de weefmachine geïnstalleerd. Zo is de machine uitgebreid zodat hij niet 8 maar 12 kleuren kan weven, en zijn er elektronische remmen opgezet waardoor we het proces nog meer in de hand hebben.

Doordat de geweven panelen in verband met de hoogte uit verschillende kwaliteiten bestaat en dus uit verschillende spanningen, moet de spanning van de gehele geweven stof ook op een andere manier worden geregeld. Je begrijpt dat controle houden essentieel is bij zo’n groot project. We hebben daarom andere kettingspanning regelaars, een soort sensoren, geïnstalleerd die deze spanning kan berekenen.

Om alle panelen te produceren werken we met verschillende kettingen, waaronder ook diverse monofilament kettingen. Om even kort uitleg te geven, de ketting is de basis van het weven. Deze kettingdraden kruis je met de inslagdraden. De inslagdraden gaan dus tussendoor de kettingdraden. De combinatie hiervan maakt de stof. Een van de problemen waar we tegenaan liepen tijdens het weven was de statische elektriciteit. Door wrijving van onderdelen met lucht of met elkaar ontstaat elektriciteit, waardoor stof wordt aangetrokken of wordt of afgestoten. In ons geval betekent dat er veel stof op de garens komt, waardoor het moeilijker wordt om te weven. Door luchtbevochtigers, die er voor zorgden dat de deeltjes in de lucht geneutraliseerd werden, achterop de machines te bevestigen kon dit probleem worden opgelost. Zo zorgen technische problemen uiteindelijk tot onverwachte oplossingen.

Wat draag jij als expert bij aan zo’n traject/waarom is de samenwerking hierin zo belangrijk?

Michel: Iedereen heeft zijn eigen expertise en samen met alle expertises werken we aan het project. De problemen die je gaande weg tegenkomt kan je dus alleen maar gezamenlijk oplossen. Als expert ben ik verantwoordelijk voor het technische gedeelte. Ik zie wat er gebeurd op de machine en kan meteen ingrijpen als er een probleem ontstaat. Een aanpassing die ik doe op de machine heeft dus ook invloed op het ontwerp van de stof. Ik werk daarom veel met Stef samen om dat het machine technische gedeelte en het weef technische gedeelte veel met elkaar te maken hebben. Uiteindelijk leidt de combinatie van vakmanschap, expertise en de bereidheid tot experiment tot de nieuwste creatieve ontwikkelingen en innovaties!

Interview 3 – Organisatie

Wat is jouw rol in het hele proces? 

Babette: Mijn naam is Babette Pörtzgen en ik ben projectleider textielen voor de LocHal. Van A tot Z ben ik verantwoordelijk. Ik moet alle facetten coördineren en ervoor zorgen dat ze uitgevoerd worden. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan:

  • De ontwikkeling & sampling (is het mogelijk en haalbaar om de gevraagde stoffen te kunnen maken)
  • Naar wat voor kwaliteit gordijn is men opzoek
  • Aan welke eigenschappen moeten de gordijnen voldoen? Moet het brandvertragend zijn, hufterproof, makkelijk schoon te maken, etc.
  • Het kiezen van het juiste garen door de garenadviseur
  • De planning; inplannen van ontwikkeling en productie, de wisseling van verschillende kettingen, leveringen van materialen en toebehoren voor de machines. Coördineren van meetings voor de go/no-go momenten
  • Het meenemen van gebruikers van de LocHal in het ontwikkelproces
  • De Tilburgers op de hoogte houden met de ontwikkeling die gaande was

Hoeveel mensen zijn er in totaal betrokken? 

Babette:We hebben nog nooit zo’n groot project gerealiseerd. De hierboven genoemde facetten komen bij de meeste projecten ook kijken, zoals de productontwikkelaar, de wever en het confectieatelier. Voor de textielen van de LocHal was het wel op een iets grotere schaal (lacht).  Als je kijkt naar alleen het maakproces dan moet je denken aan meer dan 50 man!

Wat komt er qua organisatie allemaal kijken bij de totstandkoming? 

Babette:Naast dat je te maken hebt met de interne planning zoals bovengenoemd, loopt er nog een planning naast, een externe planning. Zo hadden wij te maken met de ontwerper, 3 confectieateliers, een railsbouwer, (interieur) architecten, de aannemer en de natuurlijk de gemeente. Iedereen had weer zijn/haar eigen planning, die naadloos op onze planning moest aansluiten. Een enorme puzzel zoals je kunt begrijpen.

Zo’n groot en ambitieus project uit voeren had ook consequenties voor andere kunstenaars, designers en architecten die ook in het TextielLab werken. Sommige projecten van hen werden doorgeschoven of werden op een andere manier gerealiseerd.

Voordat we tot productie konden overgaan, is er veel onderzoek gedaan naar de verschillende mogelijkheden. Er werden speciale garens en kleurtesten gemaakt, machines werden aangepast en er werd geëxperimenteerd met de verschillende kettingen. Er kwamen genoeg uitdagingen om de hoek kijken. Wever Michel heeft het in zijn interview bijvoorbeeld al over de statische elektriciteit.

Buiten het maakproces en het ontwikkelen om, wilden wij dit bijzondere project ook graag vastleggen. Dit hebben we gedaan middels een korte documentaire. Daarnaast is er in het TextielLab op dit moment een presentatie te zien. Hiervoor zijn foto’s gemaakt.

Al met al ben je voor zo’n belangrijk project als projectleider met zoveel verschillende dingen bezig. Gelukkig is dat in dit project erg goed gelukt. Iedereen is hard en gepassioneerd bezig is geweest. Als je nu ziet wat er hangt dan maakt dat mij super trots ja!

Wat was de grootste uitdaging voor jou? 

Babette:Mijn uitdaging was om alles binnen de planning voor elkaar te krijgen, en dat is gelukt. We zijn eind 2017 gestart en we hebben een jaar de tijd gehad, wetende dat we eigenlijk eerder moesten opleveren. Het is dan echt heel knap wat iedereen voor elkaar heeft gekregen in deze korte periode.

Kun je nog één keer uitleggen waarom het zo’n uniek project is voor Tilburg?

Babette:Oud en nieuw komen in de LocHal bij elkaar. In het weefsel worden oude Tilburgse bindingen gebruikt die vervolgens in de hypermoderne bibliotheek, een oude NS-werkplaats, hangen. Mooier kan niet, toch? Het komt allemaal bij elkaar, het klopt gewoon. Voor de Tilburger is het fijn om zo’n pareltje te hebben waar je trots op kan zijn. Wat het TextielLab betreft, men kan hierdoor zien dat de textielindustrie in Tilburg nog steeds vooruitgang boekt.

Er is met zoveel passie en doorzettingsvermogen aan dit project gewerkt. Het denken in mogelijkheden en doorgaan tot aan het uiterste. Dat is, denk ik, de kracht van het TextielLab.

Tot en met 5 januari is in het TextielLab de presentatie ‘Bloed, zweet en garen – Textiel voor de LocHal’ te zien. In de presentatie volg je het gehele maakproces van de wanden.

Betrokken partijen Lochal project:

  • Opdrachtgever: Gemeente Tilburg
  • Architect: CIVIC architects
  • Restauratie architect: Braaksma & Roos architectenbureau
  • Interieur & textiel: Inside Outside – Petra Blaisse & TextielMuseum
  • Inrichting bibliotheek en office spaces: Mecanoo architecten
  • Adviseurs gemeente bouwmanagement: Stevens van Dijck Bouwmanagers & Adviseurs
  • Adviseur technieken: Arup
  • Glazen zaal: Octatube
  • Huurders: Bibliotheek Midden-Brabnt, Seats2Meet, KunstLoc Brabant en BrabantC.