TextielMuseum toont levendige toekomst textiel en technologie in ‘Is it alive?’

Kunst, natuur, technologie en textiel

De textiele installaties in ‘Is it alive?’ zijn ontstaan uit een fascinatie voor natuurlijke processen. Hoe komt iets tot leven? Wanneer ervaren we iets als ‘levend’? Tijdens ‘Is it alive?’ toont het TextielMuseum het onderzoek van kunstenaars en ontwerpers die technologie gebruiken om processen en bewegingen uit de natuur te reproduceren. De getoonde werken belichten de rol van textiel in deze zoektocht met innovatieve ruimtelijke installaties als resultaat. Kunstenaars maken gebruik van de typische eigenschappen van textiel; zachtheid, bijzondere structuren en flexibiliteit, toegepast in innovatieve installaties. In ‘Is it alive?’ komt het allemaal samen: innovatie, textiel, technologie en kunst, geïnspireerd op het leven zelf.

“If you really look very closely to everything around us, how things in nature are constructed, it’s so complicated and so well done and also so logical, then you really wonder if nature is not the high-tech part in our world.” Lonneke Gordijn, DRIFT.

‘I am Storm’ van DRIFT

In 2021 startte het TextielLab, de professionele werkplaats van het museum, een eigen Research & Development (R&D) programma. Hiermee initieert het langlopende onderzoekstrajecten in samenwerking met kunstenaars en designers over de toepassing van nieuwe materialen en technieken. DRIFT heeft in het kader van een R&D programma onderzoek gedaan naar geweven staande structuren die met behulp van technologie tot leven komen. Het resultaat van dit onderzoek is de installatie ‘I am Storm’. De installatie bestaat uit een twintigtal meer dan levensgrote sprieten die bewegen. De bezoeker wandelt er doorheen en krijgt het gevoel de wind te zijn die de sprieten doet bewegen. Kunstenaars Lonneke Gordijn en Ralph Nauta vormen samen DRIFT en staan bekend om hun esthetische en poëtische werk waarbij ze zich sterk laten inspireren door natuurlijke vormen en gedragingen.

De tentoonstelling ‘Is it alive?’ komt tot stand dankzij de structurele ondersteuning van Provincie Noord-Brabant, Gemeente Tilburg, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Incidentele ondersteuning kwam van Fonds 21, het Prins Bernard Cultuurfonds, Stichting Zabawas. Ten slotte is het TextielMuseum de samenwerkingspartner TU Delft zeer erkentelijk voor de bijdrage aan de totstandkoming van de tentoonstelling.