Stalenboeken in het textielonderwijs

12 April 2019

Industriële productie is ver van ons verwijderd in tijd en in afstand. Tot in de jaren 1970 was Tilburg een stad met veel textielfabrieken, maar nu domineert de Interpolis-kantoortoren onze stad. De kenniseconomie heeft het overgenomen van de maakeconomie. De industriële productie verplaatste naar andere landen. De-industrialisatie en de daaropvolgende structurele werkeloosheid hebben veel negatieve effecten gehad in Tilburg en in andere industriële regio’s.

De scheiding van handwerk tegenover denkwerk is oud en werd in de 20e eeuw ver doorgevoerd. Al in het oude Griekenland werd kenniswerk meer gewaardeerd dan maakwerk, omdat ideeën altijd blijven bestaan. Kunst die je maakt, of het nu theater is, een wandtapijt of een gebouw, zal op den duur verdwijnen. Volgens Griekse filosofen blijft een goed idee echter altijd waardevol. In de Romeinse tijd onderscheidde men de hoogopgeleide man met algemene kennis van de gespecialiseerde ambachtsman.


Foto: Josefina Eikenaar

Geschiedenis Textielschool

Toch werden nog niet zo lang geleden mensen in Tilburg opgeleid voor de maakindustrie. Vanaf het eind van de 19e eeuw ontstond er behoefte aan opleidingen voor het werk in de fabriek. In de collectie stalenboeken van de bibliotheek van het TextielMuseum is dat goed te zien, als eerste aan een aantal werkschriften uit Duitsland. Omdat er in Tilburg nog geen textielopleiding was, vertrokken de zonen van textielfabrikanten naar Duitse textielscholen.

In 1878 werd de Tilburgse Weefschool opgericht. De opleiding richtte zich op de toekomstige top van de wollenstoffenindustrie, heette later Industrieschool en in de jaren 1950 de Hogere Textielschool. De Dagschool was bestemd voor aanstaande fabrikanten en directeuren. Vanaf 1915 werden er 's avonds cursussen gegeven voor werknemers die al werkten in een bedrijf en zich wilden ontwikkelen tot werkmeesters, zoals spin- of weefmeesters.

In 1931 werd de Middelbare Textieldagschool opgericht. De R.K. Lagere Textieldagschool volgde pas in 1949. Tot de oprichting van deze school vond de opleiding van jonge werknemers plaats in de bedrijven zelfs. Daarnaast volgden zij vaak de door de Hogere Textielschool georganiseerde avondcursussen. Die cursussen waren niet zo aantrekkelijk, omdat de jongeren na een lange werkdag 's avonds nog een aantal uren naar school moesten. Vaak volgden jongeren 6 tot 8 jaar lang avondschool naast het werk.


Foto: Josefina Eikenaar

Maakonderwijs

Een opleiding aan de Textielschool was altijd gericht op de praktijk. In de school stonden veel machines, zoals spin-, weef- en âppreteermachines. Deze waren ook in bedrijf. In de bibliotheek bewaren we van veel leerlingen de werkschriften. Daaraan zie je hoe praktisch het onderwijs was. De werkschriften zijn handgeschreven en bevatten stalen textiel. De mooiste werkschriften zijn de Décompositie- en de compositieboeken.

Bij Décompositie leerden de leerlingen stalen te analyseren: het ontleden van de binding (het patroon van het weefsel dat de schering- en inslagdraden maken), het bepalen van het aantal ketting- en inslagdraden maken, de rietbreedte, onderzoek van de grondstof, gewicht en draaiing van het garen, berekening van het gewicht van de stof en waardebepaling.

Bij Compositie leerden de leerlingen om zelf bindingen te ontwerpen.

Interessant is dat zowel leerlingen aan de Hogere Textielschool als leerlingen van de Middelbare en Lagere Textielschool leerden door te maken. Leerlingen van de Hogere Textielschool werden later het management van de fabriek. Aan hun werkschriften zie je dat ze het maken van textiel zeer goed moesten begrijpen.

Tegenwoordig is er in het onderwijs veel interesse voor ‘leren door te maken’. Na decennialange aandacht voor kenniswerk, is er opnieuw belangstelling voor maken met je handen. Maakonderwijs houdt in dat leerlingen werken aan probleemgestuurde projecten waarbij samenwerken, de praktijk en echte problemen centraal staan.

Vrouwen

In de bijna honderd jaar dat de Hogere Textielschool in Tilburg heeft bestaan hebben slechts 15 vrouwen deze opleiding gevolgd. De eerste vrouw deed dat in 1939 en heette Wals Blomjous. Ze was de dochter van een textielfabrikant en een van de beste leerlingen in die tijd. In 1955 volgde de volgende vrouw en vanaf dat moment tot de school sloot, zijn er aaneensluitend vrouwen op school geweest waarvan er 12 het einddiploma hebben behaald.

De meeste vrouwen in textielfabrieken hadden geen diploma van de Hogere Textielschool en zij hoorden niet bij het management. Ze werkten vooral als Nopster en stopster.

Noppen en stoppen is het controleren en herstellen van onregelmatigheden in een geweven stof, door noppen weg te knippen en door gaatjes te stoppen.

Voor dit vak bestonden verschillende (korte) opleidingen. Bijvoorbeeld de Stopcursus van de Nijverheidsschool St. Angela aan het St. Ursula-klooster Tilburg of de Stopcursus van de St. Anthoniusschool op Korvel. Ook aan de Lagere Textielschool werd het vak Noppen en stoppen gegeven. Het oudste document uit de bibliotheek over zo’n cursus is het Getuigschrift Stop- en nopcursus van de Textielschool Tilburg uit 17 november 1923 van Antonia M. D. Bruins.

Het leren in de praktijk was ook hier de kern van het onderwijs. De toekomstige Nopsters en stopsters maakten een werkschrift waarin ze stalen met verschillende weefbindingen onzichtbaar stopten. Daarnaast leerden zij over de theorie van het weven. Uit een folder van de R.K Lagere Textielschool uit 1965 blijkt dat de meisjes behalve noppen en stoppen, ook de praktijk van het huishouden leerden. Zoals koken, wasbehandeling, huishoudelijk werk, naaien en kinderverzorging. Daarnaast kregen zij algemene vormging, geestelijke en lichamelijk opvoeding (gymnastiek).

Foto: Josefina Eikenaar

Bibliotheek

Bijna wekelijks bellen mensen de bibliotheek met de vraag of zij de werkschriften van hun ouders mogen schenken aan het TextielMuseum. Onze collectie materiaal van de Textielschool is echter al zeer compleet, meer dan vier kasten vol. We hebben werkschriften, compositie en décompositie, scheikunde etc., getuigschriften en bijna 350 scripties van de Hogere Textielschool (1952-1973), leerprogramma’s, leerplannen, jaarverslagen en gedenkboeken van de school. We vullen deze collectie niet meer aan, maar bewaren de al aanwezige collectie zorgvuldig.

Jantiene van Elk

Bibliothecaris

Meer lezen:

Geschiedenis onderwijs in Tilburg

Meesters, nonnen en professoren / onder red. van  Henk van Doremalen ... [et al.]. - Zwolle : Waanders, 2010.

De meisjes van de Hogere Textielschool Tilburg 1878-1973. - Tilburg : [s.n.], 2005.

Publicatie t.g.v. de reünie van de meisjes van de Hogere Textielschool Tilburg op 28 januari 2005

Jubileum-nummer Hogere Textielschool-Tilburg, 75 jaren, 1878-1953 / [voorw.: Dhr. Van Voorst tot Voorst ; tekst: A. Hombergen ... et al.]. - Tilburg : Vereniging van Tilburgse Textieltechnici, 1953.

Verschenen als speciale editie van: V.T.T. : textiel-technisch maandblad. - Tilburg. - Jrg. 7, nr. 1 (7 oct. 1953)

Maker education

https://waag.org/nl/article/maker-education-time-now

Denk- versus maakwerk

The case for working with your hands : or why office work is bad for us and fixing things feels good / Matthew Crawford. - London : Penguin, 2009.

Geschiedenis en toekomst van maken

https://www.thersa.org/discover/publications-and-articles/rsa-blogs/2017/09/manufacturing-who-needs-it