Erfgoed Bauhaus vrouwen: drie ontwerparchieven in het TextielMuseum

1 Augustus 2019

In 2018 vroeg Het Nieuwe Instituut aandacht voor design archieven. Het instituut ziet archieven als bron van kennis en inspiratie voor ontwerpers, maar er is geen centrale plek in Nederland waar archieven van ontwerpers worden bewaard. Het TextielMuseum draagt haar steentje bij door archieven van een aantal textielontwerpers in de bibliotheekcollectie op te nemen, bijvoorbeeld het archief van Will Fruytier (1915-2005) en het archief van De Gouden Spin van Ria van Oerle-van Gorp.

Het opnemen van een ontwerp-archief is een taak die niet standaard bij een museum hoort. Het archiefproces bestaat aspecten als:

  • Het bijeenbrengen, ordenen en beschrijven van de stukken;
  • Reconstructie van de herkomst;
  • Bepaling van de waarde en gesprek over de betekenis;
  • Materiële verzorging van het archief (inpakken in zuurvrije omslagen en dozen, restauratie).

Het bijeenbrengen, ordenen en beschrijven van de stukken vraagt specifieke archiefkennis. Het TextielMuseum was dan ook heel blij dat vanaf september 2017 Marcia Zaaijer, gepensioneerd archivaris bij o.a. het RKD, als vrijwilliger in de bibliotheek heeft gewerkt. Zij heeft verschillende archieven van een plaatsingslijst voorzien en bestaande plaatsingslijsten aangevuld. Zaaijer heeft in het bijzonder de archieven van drie Bauhaus ontwerpers opnieuw geïnventariseerd. Het TextielMuseum beheert de archieven van Kitty van der Mijll Dekker, Greten Neter-Kähler en Lisbeth Oesteicher. Deze ontwerpers hebben aan Bauhaus gestudeerd en hebben in Nederland als textielontwerpers gewerkt.

Het TextielMuseum heeft in haar geschiedenis vaak aandacht besteed aan Bauhaus textiel. De archieven zijn een belangrijke bron voor onderzoek door onze conservator. De archieven van Kitty van der Mijll Dekker en Lisbeth Oestreicher zijn al lang in ons beheer. Het archief van Greten Neter-Kähler is in 2018 geschonken. Hieronder vind je een korte beschrijving van de ontwerpers en de archieven inclusief een link naar de plaatsingslijsten.

In de tentoonstellingen ‘Bauhaus& | Modern Textiel in Nederland’ en ‘nederland„ bauhaus - pioniers van een nieuwe wereld’ was materiaal uit deze archieven te zien. De tentoonstellingen toonden lesmateriaal gemaakt naar aanleiding van lessen van Paul Klee in 1926, breipatronen van Lisbeth Oestreicher, briefpapier van het bedrijf van Kitty van der Mijll Dekker en lesmateriaal dat Greten Neter-Kähler gebruikte voor haar lessen aan Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs.

Foto's: aantekeningen van Lisbeth Oestreicher gemaakt tijdens lessen van Paul Klee aan het Bauhaus.

In het archief van Lisbeth Oesteicher vonden we acht vellen transparant papier. Dit zijn aantekeningen van haar lessen bij Paul Klee aan het Bauhaus in 1926. Transparant papier is zeer kwetsbaar. Deze acht vellen zijn sterk verkleurd. Een aantal vellen waren gescheurd en hersteld met Sellotape. Sellotape wordt laat echter los van het papier en wordt plakkerig na verloop van tijd. De transparanten zijn gerestaureerd, zodat we dit bijzondere materiaal nog lang kunnen bewaren.

Archief Kitty van der Mijll Dekker

Foto: uit het archief van Kitty van der Mijll Dekker.

De Nederlandse Kitty van der Mijll Dekker, 1908-2004, kreeg haar opleiding aan het Bauhaus in Dessau. In 1932 studeerde zij af aan de Weverij-afdeling en keerde terug naar Nederland. Bijna 35 jaar lang leidde zij een eigen handweverij in Nunspeet en was als textielontwerper actief voor linnenweverij E.J.F. van Dissel & Zonen in Eindhoven.

Van 1934 tot 1970 was zij als docent Weven verbonden aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs, de huidige Gerrit Rietveld Academie, in Amsterdam. Daar gaf zij de ideeën van het Bauhaus over weven, materiaalkennis, kleurenleer en aansluiting zoeken bij industriële ontwikkelingen aan talrijke studenten door.

Dit archief Kitty van der Mijll Dekker bevat stukken uit de periode 1925-1989, beschreven in onderstaande inventaris. De eerste versie hiervan, een plaatsingslijst, is gemaakt door Betty van Abel in 2007. In 2019 heeft Marcia Zaaijer de beschrijvingen aangevuld, maar de bestaande ordening en inventarisnummers gehandhaafd.

Een ander gedeelte van het archief bevindt zich in het RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis in Den Haag. Dit deel is in 1987 geschonken aan de RKD. Hiervan is in 2018 een inventaris gemaakt door Elisa Goudriaan en Lidy Visser. Kitty van der Mijll Dekker heeft de schenkingen aan beide instituten zelf nog gedaan, op twee kleine aanvullingen na.

Ook in het Bauhaus-archiv in Berlijn bevinden zich stukken van Kitty van der Mijll Dekker.

Foto: lesmateriaal van Greten Neter-Kähler uit haar archief in de vitrine in de tentoonstelling ‘Bauhaus&.’

Dit archief van Greten Neter-Kähler (Sleeswijk, Duitsland, 10 december 1906 – Amsterdam, Nederland, 10 mei 1986) bevat stukken betreffende de twee belangrijkste aspecten van haar werkzame leven: haar eigen werk als textielkunstenares en haar werk als docente aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (I.v.K.N.O., vanaf 1967 de Gerrit Rietveld Academie) van 1945 tot 1972.

Deze schenking is gedaan in 2018 door B. Janssen, zoon uit haar derde huwelijk.

Foto: uit het archief van Lisbeth Oestreicher.

Eerste inventarisatie

In 1995 is de schenking Lisbeth Oestreicher, bestaande uit archief en collectie, door de familie Oestreicher overgedragen aan het Nederlands TextielMuseum in Tilburg. In datzelfde jaar voltooide Hester Brugman, als stagiaire bij het Nederlands TextielMuseum, de eerste inventarisatie van dit materiaal, voorafgegaan door een inleiding over leven en werk van Lisbeth Oestreicher.

Deze oude inventarisatie kan nog geraadpleegd worden en wordt bewaard bij de kunstdocumentatie in de bibliotheek van het museum.

Foto: ontwerp voor een pullover voor Ons vrije Nederland door Lisbeth Oestreicher.

Bij deze eerste inventarisatie is een indeling gemaakt in vijf tijdvakken, omdat Lisbeth Oestreicher in elk tijdvak op een andere manier met haar werk bezig is. Sommige tijdvakken lopen deels in elkaar over, zoals Karlsbad en het Bauhaus. Het jaartal 1951 is aangebracht als scheiding tussen de twee laatste tijdvakken, en niet 1945, omdat het werk van Lisbeth Oestreicher in de periode vóór en na de oorlog nauwelijks van karakter verschilt; dit in tegenstelling tot het werk, dat ze maakt nadat ze in 1951 haar professionele carrière heeft opgegeven.

Tweede inventarisatie

In 2018 in het archief-gedeelte van de schenking opnieuw geïnventariseerd, ditmaal door Marcia Zaaijer, gepensioneerd archivaris, werkzaam als vrijwilliger bij het Nederlands Textielmuseum.

Bij deze tweede inventarisatie zijn de vijf bovengenoemde tijdvakken gehandhaafd. Ook de rubrieken zijn opnieuw gebruikt, maar een aantal daarvan is komen te vervallen, omdat dát deel van de schenking, dat in de collectie van het museum is opgenomen, niet in deze archiefinventaris wordt beschreven.

Na de inventarisatie in 1995 zijn nog drie kleine aanvullingen bij het archief van Lisbeth Oestreicher geschonken. Deze zijn bij de tweede inventarisatie beschreven en ingevoegd.

Geschreven door Jantiene van Elk, Bibliotheek.

Bauhaus tentoonstellingen TextielMuseum:

  • 1988 : Bauhaus : de weverij en haar invloed in Nederland
  • 1999 : Bauhaus-textiel. Invloedrijke experimenten 1919-1933
  • 2007 : In het spoor van het Bauhaus; weefwerk van Kitty van der Mijll Dekker
  • 2019 : Bauhaus& : Modern Textiel in Nederland