JANTAMINIAU: tuftjurk
1 Augustus 2013
Het was eigenlijk wel een hele bijzondere vraag die we in 2006 kregen in de tufterij; of we met Jan Taminiau konden werken. Dat wilden we wel, maar Jan maakt couture. Wij maken tapijten, wand- en vloerkleden, vaak groot en vooral van zware kwaliteit. Niet bepaald de souplesse of verfijndheid van een stof zoals we die kennen van Jan Taminiau.
Maar iemand als Jan is juist in staat om zoiets als een tapijttechniek voor zich te laten werken en out-of-the-box te denken, om al zijn kennis en vakmanschap in te zetten om een jurk te gaan tuften. Het was daarom ook heel prettig met hem samen te werken. Hij is heel inspirerend en dat was heel erg aanwezig tijdens het hele proces. Zelfs na zes jaar is dat met erg bijgebleven.
Vanaf het moment dat we startten met het experiment (we wisten echt niet of het zou gaan lukken en of er iets bruikbaars uit zou komen) werd duidelijk dat de manier waarop wij gewend zijn te werken totaal ongeschikt was voor het doel dat Jan wilde bereiken. Om te beginnen bleek dat wol, het materiaal waar wij standaard mee werken veel te zwaar is, en dus ongeschikt is voor mode. Vervolgens hebben we wat testen gedaan met lintjes en verschillende stoffen. Al snel werd duidelijk dat we met licht materiaal als chiffon zijde zouden gaan werken omdat Jan een beeld met veel volume voor ogen had en chiffon daar aan kon voldoen zonder zwaar te worden.
Ook onze basisondergrond, het stramien waar wij op werken bleek voor Jan ongeschikt. Het is een grijze polyester die niet te verven is, voor Jan een kleur die echt niet kan. Echter het ondermateriaal, waar wij onze kleden normaal mee afwerken, is een jutte en dat past qua kleur perfect bij Jan. Daar kan alleen niet op getuft worden! Totdat Jan bedacht om jutte op een polyester stramien vast borduren. Het lukte vervolgens om door beide lagen heen te tuften. Later heeft hij in zijn atelier dat grijze polyester stramien weer uit laten halen. Met de hand, draad voor draad.
Wij hebben getuft met chiffon zijde, een groene zijde en een goud gebreid lintje. De stoffen zijn in repen gescheurd, of schuin op de draad geknipt. Als je tuft blijft het materiaal wat je inschiet los in het stramien hangen. Later wordt dat normaal gesproken verlijmd met een rubber latex zodat het ingeschoten materiaal gefixeerd wordt. Daar wordt een kleed stijf van en is als afwerking voor een rok of een jurk waarvan de stof moet ‘vallen’ ongeschikt. Daarom zijn al die repen ingeschoten zijde met de hand aan het jute vast gezet.
Ik heb het werken met Jan als heel plezierig (hij heeft veel humor) en heel inspirerend ervaren. Hij heeft al die dagen naast me gestaan. Hij was heel betrokken bij het hele proces en hij heeft heel veel kennis van processen en materialen. Dat maakte ook dat Jan het werkproces snel door had en dan kun je makkelijker tot de kern komen. En als je dan ook nog buiten de lijntjes durft te denken kun je met al die kennis het experiment aangaan en tot spannende nieuwe dingen komen.
Ik had echt nooit gedacht dat ik ooit een jurk zou tuften. En dan al helemaal geen couture die de over de cat-walk van de Fashion Week in Parijs zou lopen! Maar met Jan gebeuren die dingen dus… Een fantastische ontwerper!