Van Tilburg naar Parijs | Lotte van Dijk

31 Maart 2017

In het kader van talentontwikkeling selecteert het TextielLab elk academiejaar zes studenten die hun projecten mogen uitvoeren in de werkplaats. De studenten worden geselecteerd op basis van motivatie, innovatie (technisch of materiaal) en artisticiteit. De focus ligt hierbij op interieur, design en mode. In het TextielLab kunnen zij gebruik maken van alle technieken, materialen en kennis van de aanwezige specialisten. Lotte van Dijk werd in 2016 geselecteerd voor de techniek weven om een deel van haar collectie te komen ontwikkelen en produceren. In 2017 studeert zij af als Master of Fashion Design aan de kunstacademie Artez in Arnhem. We bezochten haar atelier in Arnhem en volgden haar weg naar Parijs, waar ze tijdens de Paris Fashion Week haar collectie presenteerde in Atelier Néerlandais.

Lotte woont in Utrecht, maar studeert in Arnhem. Daar is ook het atelier, waar zij samen met andere Artez studenten gebruik van maakt. Hier vertelde zij over haar ontwerpproces en waarom ze besloot om aan Artez te studeren. Lotte studeerde in januari 2014 af aan het AMFI (Amsterdam Fashion Institute). Ze ging daarna als freelancer aan de slag, waarvoor ze vooral uitvoerend werk deed, zoals patronen maken en naaien. Omdat ze naar meer verdieping zocht en graag haar eigen stijl verder wilde ontwikkelen, besloot ze de Master Fashion Design te volgen aan Artez in Arnhem. Tijdens deze studie is ze bewuster geworden van het ontwerpproces en heeft zij een goed uitgangspunt voor haar werk gevonden: de schildertechniek. In de zomer van 2016 begon zij met het bestuderen van de textieluitdrukking in schilderijen. Ze bezocht musea en dook de kunstboeken in. Voor elk ontwerp maakte zij een kleurkaart, ieder gebaseerd op een schilderij. Deze kleurkaarten vormden het beginpunt van het ontwerpproces. In de volgende fase is Lotte zelf aan de slag gegaan met de verfkwast en schilderde kledingstukken op een leeg canvas. Het canvas drapeerde zij op een model om het silhouet en de vorm van de kledingstukken te bepalen en te zien wat de schilderingen doen op het lichaam. Als Lotte haar collectie in vier woorden moet omschrijven dan kiest zij voor speels, kleurrijk, materiaal en cowboy. Aan de hand van deze woorden doorlopen we haar werk- en denkproces.

"Ik wilde de spontaniteit van een eerste tekenontwerp terug laten komen in de kledingstukken. Het geeft een bepaalde losheid aan de collectie"

Speels          

Lotte beleefde veel plezier aan het schilderen: ‘Ik voelde mij de jongere ‘ik’ die dacht dat mode ontwerpen zo ging.’ Ze liet ons een tekening zien die zij als kind maakte en als uitgangspunt nam voor haar werk. ‘Ik heb van jongs af aan veel getekend, dus daar is zeker wel de basis gelegd voor deze collectie. Ik wist nooit een brug te slaan tussen het tekenen en het daadwerkelijke ontwerp. Met deze manier van ontwerpen worden de twee aspecten gecombineerd. Ik wilde de spontaniteit van een eerste tekenontwerp terug laten komen in de kledingstukken. Het geeft een bepaalde losheid aan de collectie.’

Kleurrijk

Kleur speelt een belangrijke rol in het werk van Lotte. ‘Ik ben na het onderzoek naar de textieluitdrukking in schilderijen veel bewuster geworden van kleur.’ Een kleur is soms opgebouwd uit meerdere kleuren, waardoor deze meer diepte krijgt. Vooral het werk van Marlene Dumas en Peter Doig spreekt haar aan vanwege hun kleurenpalet en de manier van schilderen. Dumas’ schilderstijl is krachtig en expressionistisch, maar kan kant er toch transparant en kwetsbaar uit laten zien. De kleurkaarten die ze maakte aan het begin van haar werkproces zijn allemaal gebaseerd op werk van Dumas en Doig.

"Ik ben na het onderzoek naar de textieluitdrukking in schilderijen veel bewuster geworden van kleur"

Materiaal

Ze werkte de ontwerpen verder uit met verschillende materialen. Een aantal ontwerpen schilderde zij opnieuw op canvas of op ander materiaal zoals plastic. Twee schilderingen besloot zij in het TextielLab te laten vertalen naar jacquard geweven stoffen, waarvan zij een jas en een jurk maakte. In de ontwerpen van Lotte speelt behalve de schildering ook de zogenoemde witruimte een grote rol. De witruimtes zijn de delen van de ontwerpen die geen schildering bevatten. Met productontwikkelaar weven Marjan van Oeffelt besloot zij om voor de witruimte een andere weefbinding te kiezen dan voor de schildering. Voor de jas werd gekozen voor een uitvergrote wafelbinding. Hierdoor werd ook de witruimte een belangrijk onderdeel van het ontwerp en kreeg het meer diepte. Voor de wafelbinding gebruikte Lotte rubbergaren. De matte en platte structuur van het garen wekt de indruk dat de stof met verf bewerkt is.

Een groot voorbeeld voor Lotte is Faustine Steinmetz. Zij gebruikt klassieke denim kledingstukken als basis voor haar ontwerpen. De denim kledingstukken geeft zij een andere uitstraling door ze uit te voeren in een nieuwe, meer uitgesproken stof, die ze helemaal zelf weeft op een handweefmachine. Lotte wil zich ook graag meer gaan richten op het ontwikkelen van stof, maar ze is te ongeduldig om net als Steinmetz een stof helemaal handmatig te maken. Daarom spreekt het TextielLab haar zo aan. Je kunt met het digitaal programmeren heel veel bereiken in je stofontwerp en het in relatief korte tijd uit de machine zien rollen. In de toekomst wil Lotte dan ook graag zelf leren programmeren en meer experimenteren met de weeftechniek.

Cowboy

Lotte nam voor haar collectie een bepaald type vrouw in gedachte. Ze liet in het atelier een moodboard zien met foto’s van onder andere de fotografen Robin de Puy en Karoliina Paatos. De sfeer van de foto’s roept een soort ‘wild west’ gevoel op door de meisjes op een paard en de vrouwen met geweren. De afgebeelde vrouwen hebben iets meisjesachtigs, maar tegelijkertijd ook iets stoers of masculien. In de collectiepresentatie tijdens de Paris Fashion Week (28 februari tot en met 8 maart) kwam de ‘cowboy’ sfeer duidelijk terug. De modellen hielden houten geweren vast, hadden cowboylaarzen aan en een hoed op. Lotte presenteerde haar afstudeercollectie samen met nog een andere student in Atelier Néerlandais. Het atelier is de Nederlandse locatie tijdens belangrijke evenementen, zoals de modeweken. Atelier Néerlandais is op initiatief van de Nederlandse ambassade in Frankrijk opgericht om kunstenaars en creatieve ondernemers voet aan de grond te laten krijgen in de Franse mode-, cultuur- en kunstwereld. De collectiepresentatie was informeel en toegankelijk. De kledingstukken hingen aan een rek en de genodigden mochten de kledingstukken van dichtbij bekijken en voelen. Lotte wisselde steeds twee modellen van looks, die dan vervolgens op een pallet gingen staan. De ouders van Lotte waren ook aanwezig bij de presentatie: ‘We namen Lotte vroeger regelmatig mee naar het TextielMuseum. Dat vond ze geweldig!’ De affiniteit met textiel zat er dus al vroeg in. Ook vanwege haar moeder, die textiele werkvormen studeerde en Lotte al vanaf een jaar of 8 leerde naaien met de naaimachine.

Hyères

Persoonlijk favoriet van Lotte is de jurk die ze maakte in het TextielLab. De jurk stuurde zij ook in voor de prestigieuze en internationaal erkende modeprijs van The International Festival de la Mode in Hyères in Frankrijk. ‘Alleen deze jurk was af. Van de rest van de collectie had ik alleen nog maar schetsontwerpen.’ Het was voldoende, want ze is een van de tien genomineerden. ‘Een enorme eer om alleen al genomineerd te zijn’, zegt Lotte, ‘want of je nu wint of niet, je collectie wordt aan een heel breed publiek getoond.’ Voor het festival maakte zij nog een extra look, die geïnspireerd moest zijn op het modehuis Chloé. Lotte gebruikte de 'Rachmaninoff Dress' (1973) als inspiratiebron. Dit ontwerp liet zij ook jacquard weven in het TextielLab.

Fotografie header door Jan Willem Kaldenbach