Marina Toeters wil grenzen opzoeken met ETT-studenten

22 juli, 2014

Foto: Josefina EikenaarHet TextielMuseum organiseert voor het zesde jaar op rij het European Textile Trainee (ETT) programma. Negen getalenteerde, (inter)nationale masterstudenten met een passie voor textiel, technieken en materialen, verdiepen zich vijf weken lang in de mogelijkheden van textiel. Dit jaar heeft het TextielMuseum een bijzondere gast in huis gehaald voor het uitwisselingsprogramma. Textielexpert- en designer Marina Toeters zal gedurende dit traject de studenten begeleiden.

Marina Toeters (1982) studeerde in 2007 af met modetechnologie als specialisatie aan de MAHKU in Utrecht. Hiervoor onderzocht ze in haar masterthesis hoe technici samenwerken met modeontwerpers. Ze vond het jammer dat er in mode weinig van binnenuit geïnnoveerd werd. De modewereld pretendeerde heel vernieuwend te zijn, maar concreet veranderde er volgens Marina niet veel. Toeters wilde daarom vanuit haar vakgebied een brug slaan tussen technische innovatie en kleding. Zo is het toepassen van elektronica in kleding een van haar specialiteiten, ook wel Smart Textile of Wearable Electronics genoemd. Vanuit haar expertise probeert ze haar visie te projecteren op de wereld. Zelf haalt ze daarvoor veel inspiratie uit de technici. “Er worden allerlei bizarre dingen ontwikkeld. Daar word ik enthousiast van”, vertelt ze.

Het is niet vreemd dat juist Marina Toeters, expert in intelligent textiel, betrokken is bij deze editie van ETT. Dit jaar is het programma namelijk thematisch gekoppeld aan de tentoonstelling ‘Building with Textiles’. Deze expositie is onderdeel van een groter overkoepelend project waar het TextielMuseum en het TextielLab zich voor een langere periode op richten. Het omvat onder andere een meerjaren onderzoeks- en ontwikkelagenda, collectieopdrachten en expert meetings.
 
Meaningful Design
Als begeleidend coach hoopt Marina de studenten mee te kunnen nemen in de wereld van nieuwe mogelijkheden en ze daarmee te inspireren zodat ze visievolle ontwerpers kunnen worden. De focus wil Toeters dan ook op ‘meaningful design’ leggen. Volgens haar moeten studenten hun ontwerp vanuit zichzelf van belang vinden. Verder ziet ze een uitdaging in het kneden van haar studenten en de kennisgebieden die zij al hebben. “Hopelijk kom ik snel te weten wat voor ideeën ze hebben, zodat we daar een individuele toespitsing gaan krijgen. We zullen de breedte moeten vinden in de eerste twee weken en de diepte in de rest van de weken.”

Ook wil ze haar studenten met techniek in aanraking laten komen. “We gaan bijvoorbeeld een soft button circuit bouwen om ze te laten zien dat techniek niet eng is en dat het heel simpel is”, legt ze uit. De trainees brengen daarnaast onder andere een bezoek aan de Technische Universiteit in Eindhoven. “Zo kunnen ze meepikken wat we daar aan het ontwikkelen zijn en waartoe ze beschikking hebben om alle deuren zo veel mogelijk te openen.” Naast het ETT-programma, houdt Toeters van improvisatie en speelt ze in op de behoeftes van de individuele studenten.

De focuspunten van het uitwisselingsprogramma zijn volgens Marina innovatie en het inpassen van interactiviteit in textielontwikkeling en productdesign. “Daarnaast komt natuurlijk het circulaire denken aan bod. In mijn ogen is dat stukje al logisch, maar misschien is die bewuste duurzame gedachte minder bij studenten. Dat is een ding waar ik zeker de aandacht op wil leggen, zonder ze allemaal depressief te krijgen”, zegt ze lachend.

Krachten vinden
Met haar vakkennis wil Marina Toeters de trainees vooral input geven zodat ze vervolgens hun sterke punten en persoonlijkheden kunnen vinden. Als coach vindt ze het belangrijk om studenten in te laten zien hoe goed het is om keuzes te maken en daarmee de diepte in te gaan. “Ik probeer hun visie aan te voelen, te kijken waar hun krachten liggen, en daarna probeer ik de link met die belangrijke buitenwereld te leggen. Ik kan ze vertellen op welke hoek ze zich moeten richten, welke bedrijven ze moeten aanschrijven en op welke woorden ze moeten googelen voor hun papers. Aan de hand van die referentiekaders kunnen ze meten of ze nog steeds op de goede weg zijn, of dat hun kwaliteiten toch weer ergens anders liggen.” Daarbij heeft Marina alle ambities om heel ver te komen met de ETT studenten. “Ik ken de studenten nog niet maar vaak heb ik na vijf minuten wel een idee van ze. Ik ben van plan tot hun grens te gaan”, zegt ze vastberaden.

Het ‘life long learning’ staat hierin centraal. “Dit traject draagt hopelijk bij aan de ontwikkeling van de studenten in hun verdere leven. Ik hoop dat ETT een start of boost zal zijn van de richting die ze op willen gaan en om ze verder aan te kunnen sturen tot een nog specifieker specialisme. Als dat lukt, zou dat me heel erg blij maken. Of dat nu dertig of driehonderd samples kost, of een prachtig kunstwerk wat direct in de expositie kan, dat moeten de studenten zelf gaan bepalen vanuit hun visie.”

Marina Toeters verwacht dat er aan het einde van het ETT-programma een veelheid van experimenten getoond gaat worden en een minderheid aan fysieke eindresultaten. Belangrijk vindt ze dat de ETT-student tijdens de eindpresentatie de focus legt op zijn of haar visie. “Er moet verteld worden over de noodzaak van het product. Ik verwacht dat het allemaal leads zijn naar potentieel goede oplossingen, maar dat er nog geen directe eindproducten te zien zijn.“

Levende googlemachines
Zelf ziet ze de ETT als enorme toegevoegde waarde voor alle betrokken partijen. “Studenten zijn jong en vaak nog veel meer gefocust. Ze hebben zoveel sprankeling en enthousiasme en maken reacties los. Ze stellen daarnaast super kritische vragen. Ik leer daardoor zelf bij. Het zijn een soort levende googlemachines die mij ook weer van nieuwe informatie voorzien. En dat kunnen de studenten ook weer bieden aan het TextielMuseum: de sprankeling en de nieuwste laatste toepassingen. Zij zullen ingewikkelde vragen stellen waar wij ook weer een antwoord op moeten formuleren. Dat zorgt voor een aanscherping van elkaar, waar waarschijnlijk ook weer hele mooie dingen uit gaan komen. We moeten van elkaar leren. Dat is het allerbelangrijkste voor de toekomst.”

Collectie TextielMuseum
Tijdens de ETT zullen studenten optimaal gebruik maken van het TextielMuseum. De bibliotheek, de collectie en het TextielLab zullen allemaal aan bod komen om te experimenteren en de verdieping op te zoeken. “Over het algemeen worden designers geïnspireerd door referenties, door andere werken, esthetische designs en het museum zelf. Het TextielMuseum heeft deze elementen tot haar beschikking.” Zelf raakt Marina geïnspireerd door de techniek in het TextielLab. “De productontwikkelaars weten precies hoe de machines werken en daar gaat mijn motor van draaien. Dat is mijn eigen inspiratiebron.”

Marina heeft veel zin in het ETT. Ze geeft aan vooral nieuwsgierig te zijn naar de kennismaking met de studenten. Ook kijkt ze uit naar de eerste keer dat iedereen met textielapparatuur aan de slag gaat. Tot slot wil Marina dit aan de studenten meegeven: “Visionair in de wereld staan en dienstbaar zijn aan onze wereld. Niet te vergeten het vinden van waar je warm voor loopt. Dat is super belangrijk.”

Foto's: Josefina Eikenaar