Het TextielMuseum viert 60ste verjaardag!

17 mei, 2018

Op 25 mei 2018 bestaat het TextielMuseum 60 jaar! We willen deze verjaardag niet stilletjes aan ons voorbij laten gaan. Op 25, 26 en 27 mei vieren we het 60-jarig bestaan van het museum samen met onze bezoekers. Bij de entree trakteren we iedere bezoeker op een vilten label die zij kunnen laten personaliseren op de borduurmachine of de lasermachine. Let op! Voor de labels geldt OP = OP. Bezoekers die geboren zijn in 1958 ontvangen bovendien gratis toegang.

We blikken graag kort terug op de ontwikkelingen en aantal hoogtepunten van de afgelopen 60 jaar. Het TextielMuseum is sinds zijn oprichting in 1958 enorm gegroeid. Op 25 mei 1958 werd het TextielMuseum Tilburg officieel geopend in een fabrikantenwoning aan de Gasthuisstraat (nu Gasthuisring) in Tilburg. Het snel stijgende aantal bezoekers zorgde ervoor dat het museum in 1986 verhuisde van de fabrikantenwoning naar de voormalige textielfabriek van C. Mommers & Co aan de Goirkestraat. In 2000 werd de eerste computergestuurde jacquard weefmachine aangeschaft voor het TextielLab, met daaropvolgend een breimachine, borduurmachine, garenverfmachine en inkjetprinter. Inmiddels gebruikt door vele gevestigde ontwerpers en aanstormende talenten om hun stoffen te ontwikkelen. Het meest recente hoogtepunt is het winnen van de BankGiro Loterij Museumprijs in de categorie Mode & Design, een kroon op 60 jaar TextielMuseum.

TERUGBLIK OP 60 JAAR TEXTIELMUSEUM
Al in de jaren 20 wordt er een commissie door de gemeenteraad Tilburg in het leven geroepen om de wenselijkheid en mogelijkheid van de oprichting van een textielmuseum te onderzoeken. De oprichting van het TextielMuseum is een feit wanneer er in 1954 een bijzondere textielverzameling op de markt komt. De verzameling is afkomstig van de Leidse textieldrukkersfamilie Driessen en bestaat uit een grote hoeveelheid boeken, afbeeldingen en doeken. De gemeente Tilburg koopt de collectie aan en op 25 mei 1958 wordt het TextielMuseum Tilburg officieel geopend in een fabrikantenwoning aan de Gasthuisstraat (nu Gasthuisring) in Tilburg.

Foto: het voormalige gebouw waar het TextielMuseum in was gevestigd, een fabrikantenwoning aan de Gasthuisstraat.

Het TextielMuseum blijkt al snel een succes. In 1962 telt het museum 3.800 bezoekers, in 1972 is dit al gestegen naar 21.000 bezoekers per jaar. Met name de tentoonstellingenreeks ‘Gouden Naald’, in samenwerking met weekblad Libelle, trekt veel bezoekers. Lezeressen worden voor deze reeks opgeroepen om zelf gemaakte wandkleden in te zenden, waarvan een selectie wordt geëxposeerd. Het museum aan de Gasthuisstraat barst bijna uit zijn voegen door de grote groei van bezoekers.

In de jaren zeventig sluiten steeds meer textielfabrieken definitief de deuren en worden zelfs afgebroken. De gemeente besluit om in ieder geval één complex te behouden en deze deels in te richten als TextielMuseum. De keuze valt op de fabriek van C. Mommers & Co aan de Goirkestraat, waarvan het oudste gedeelte dateert uit 1862. Niet geheel zonder reden, want C. Mommers & Co heeft Tilburg grote welvaart gebracht toen zij als een van de eersten in Tilburg de bukskin stof produceerden.

Foto: het TextielLab eind jaren 80. 

Door de sluiting van zoveel textielfabrieken, verschuift de aandacht binnen de museale presentatie van het pre-industriële tijdperk naar het industriële textielverleden. Ook wordt er in het aankoopbeleid en tentoonstellingsprogramma steeds meer de focus gelegd op moderne Nederlandse textielkunst. Startpunt hiervan is de tentoonstellingenreeks ‘Textiel Nu’ in 1980-1984, waarin jonge kunstenaars uit zowel Nederland als België worden uitgenodigd wat zij te bieden hebben op het terrein van de hedendaagse textielkunst. Het bezoekersaantal stijgt met deze reeks richting de 35.000. Op 17 maart 1986 opent het TextielMuseum op de nieuwe locatie aan de Goirkestraat en er wordt langzaamaan gestart met het samenwerken met ontwerpers. Een belangrijk speerpunt wordt ook om jong en nieuw talent een podium te bieden in de tentoonstellingenreeks ‘Signalementen’, die plaatsvindt tussen 1988 en 1998.

Net voor de millenniumwisseling introduceert het museum het concept ‘Museum in Bedrijf’. De machines dienen niet alleen meer een educatief doel, maar worden ook in gebruik genomen om producties te draaien. Uniek in zijn soort, want de machines staan niet stil, op een verhoging, maar worden door museummedewerkers in werking gezet. In 2002 rollen de iconische theedoeken met de ‘Insects’ print van Studio Job uit de weefmachine.

Ook worden de machines steeds meer gebruikt voor collectieopdrachten, waarbij ontwerpers in opdracht van het TextielMuseum een installatie, wandkleed of designproduct ontwikkelen in de werkplaats van het museum. In 2004 wordt met de tentoonstelling ‘Made in Tilburg’ de betekenis van het museum als werkplaats getoond, waarop de opening van een vernieuwd TextielLab volgt in 2005. Het publiek krijgt de mogelijkheid het hele traject te volgen: van ideevorming en ontwikkeling tot productie en eindproduct.

Foto: tentoonstelling ‘Made in Tilburg’ in 2004.

In 2008 wordt het TextielMuseum grondig verbouwd en gerenoveerd. Het eigentijdse entreegebouw, een ontwerp van architectenbureau Cepezed, verbindt de hoge fabriek (de voormalige spinnerij) en de lage fabriek (de voormalige weverij) met elkaar. Na de heropening is de tentoonstelling ‘Minä Perhonen – fashion & design’, een bekend Japans modelabel, de grote publiekstrekker in 2009.

Foto: opening van het nieuwe entreegebouw in 2008. 

In 2012 wordt het TextielMuseum voor de nieuw ingeslagen weg beloond met een nominatie voor de European Museum of the Year Award, Europa’s belangrijkste prijs in de museumwereld. Het museum ontvangt uiteindelijk een eervolle vermelding. De jury prijst het museum voor de unieke combinatie van museum, laboratorium en academie in één instelling. Vijf jaar later, in 2017, wordt het museum weer genomineerd. Dit keer voor de BankGiro Loterij Museumprijs in de categorie Mode & Design. Na een spannende stemperiode worden we in mei verkozen tot Museum van het jaar! In 2017 ontvangt het museum in korte tijd ook een record aantal bezoekers, mede dankzij de tentoonstelling ‘Oranje Boven!’. Koning Willem Alexander viert zijn 50e verjaardag in Tilburg, een feestelijke aanleiding om Jan Taminiau te vragen een speciaal gedenkdamast te vervaardigen. Het proefmodel van het tafellaken is te bewonderen in de tentoonstelling, samen met twee andere meesterstukken van Jan Taminiau: de inhuldigingsjurk en het ensemble dat Koningin Máxima heeft gedragen op Koningsdag. De stof voor de cape werd in het diepste geheim ontwikkeld in het TextielLab. Het oude record van  67.623 bezoekers in 1987 wordt in 2017 verbroken met 77.865 bezoekers.

Foto: het ensemble dat Koningin Máxima droeg op Koningsdag, te zien in de tentoonstelling ‘Oranje Boven!’.

VOORUITBLIK
De komende jaren zal het TextielMuseum zich verder ontwikkelen als makersmuseum. In het TextielLab wordt druk gewerkt aan de ontwikkeling van stoffen voor de LocHal, een grootschalig project in samenwerking met Inside Outside en in opdracht van de Gemeente Tilburg. Na een grondige renovatie opent de LocHal eind 2018 de deuren. Ook wordt op dit moment achter de schermen gewerkt aan een fysiek stalenarchief, de Textiel Studio, als onderdeel van de vernieuwing van het TextielLab. Stalen van bijzondere projecten die ontwikkeld zijn in het TextielLab worden op deze manier toegankelijk gemaakt voor zowel ontwerpers en kunstenaars als bezoekers.